✈️ Op weg naar Marokko – een inkijkje in mijn koffers én mijn hart
In deze bijdrage deel ik hoe ik inpak voor onze reis naar Marokko, met vier kinderen, qahwa in mijn hand, en de geur van k3b lghzal in mijn hoofd. Een ode aan voorbereiding, moederliefde en thuiskomen — onderweg.
Sahabti,
We gaan bijna op vakantie, in shaa Allah. En hoewel ik nog in Den Haag ben, voel ik het al. Zodra ik begin met inpakken — met mijn koffers, mijn lijstjes, mijn markers, mijn qahwa in m’n hand — begint het al te bewegen vanbinnen. Dan ruik ik de warmte, hoor ik de stemmen, voel ik die eerste zonnestraal op mijn gezicht zodra we straks uit dat vliegtuig stappen.
Het is de eerste keer dat ik met mijn kinderen naar Marokko ga. Dat is toch wat, hé sahabti? Na twee jaar in Bursa — waar we leefden op het ritme van de bergen, met de oproep tot gebed die over de heuvels galmde — gaan we nu naar het land van mijn moeder. Van mijn jeugdvakanties. Van mijn taal. Van beldi.
En ik ben zó benieuwd hoe mijn kinderen dat gaan ervaren. Ze weten wat familie is. Weten wat samen eten betekent, wat warmte en liefde in een huis doen. Maar Marokko is toch anders. Hiya bladna.
Ze kennen de adhan, maar die in Marokko klinkt anders. Zangeriger, rauwer, voller. Meer beldi. Zodra ik daar die eerste oproep hoor — “Allahu akbar”, met dat trillende randje in de stem — weet ik: we zijn er.
Ik begin weken van tevoren. Met inpakken, ja. Maar ook met afstemmen. Elk lijstje is een stukje helderheid. Voor elk gezinslid eentje: vier kinderen, één man, en ikzelf. Kleding, zwemspullen, slippers, zonnehoedjes, zwembandjes. Wat ik heb, gaat direct de koffer in. Wat ontbreekt, bestel ik. En zodra het binnenkomt? Niet uitstellen. Hup — in de juiste koffer.
Ik vertrouw op mijn ervaring. Als iets niet past, halen we daar wel iets nieuws. Marokko heeft winkels genoeg, alhamdulillah.
Mijn markers zijn mijn heldere vriendinnen in deze dagen. Ik streep af in kleur. Regenbooglijstjes worden nieuwe lijstjes. Korter. Scherper. En ondertussen draait de Marokkaanse radio op de achtergrond. En altijd, altijd: qahwa. Want nooit droog een taak doen, ya sahabti.
Soms pak ik er een k3b lghzal bij — die geurige amandelkoekjes die je al ruikt voor je ze proeft. Alleen al die geur brengt me terug naar de keuken van mijn moeder, en naar die ochtenden waarop vakantie begon met harcha of melk met khobz en olijfolie, en kriebelende koffers in de gang.
Als ik de zwempakjes inpak, zie ik het al voor me: kindervoetjes in de branding, nat haar, zon op hun gezicht. Als ik zonnehoedjes klaarleg, denk ik aan de ochtenden in de souk, aan de geur van verse chorros — bach ma ykhlssou — snel zijn, voor ze op zijn. Mijn kinderen zijn er dol op. En ik ook, eerlijk is eerlijk.
Voor onderweg heb ik een apart lijstje. Elk kind een eigen rugzakje. Water, iets om te tekenen, een snack. En geen iPads deze keer. Geen schermen. Zeker niet na dat artikel dat ik schreef over schermgebruik en kinderen. Dat schrijven heeft me alleen maar gesterkt in m’n keuze.
Ik wil dat ze kijken. Naar buiten, naar elkaar. Dat ze reizen met hun ogen, met hun handen, met hun verbeelding.
In elke tas gaat ook een extra setje kleren. Want ja, met een spugende dreumes of een te enthousiast ijsje ben je zó blij dat je iets bij je hebt. Bghit nertah f rass-i, snap je? Gewoon rust in mijn hoofd.
Mijn eigen lijstje — dat is mijn Helderhuis-in-een-etui. Neusspray, kinderparacetamol, ORS, thermometer, handgel. Alles wat je nodig hebt om ’s nachts niet op zoek te hoeven naar een apotheek. Gewoon kunnen zorgen.
En dan: de jalabas. Jij weet het. The Moroccan York for women. Comfortabel, luchtig, stijlvol. Ik neem er alvast een paar mee, van linnen, mzyanin. Want met een jalaba en een mooie sjaal ben je altijd dressed. Naar de hammam, naar het strand, naar een bezoek. Labas 3lik. Zwina. Ready.
En weet je, het moment waarop het écht begint?
Dat is in het vliegtuig.
Als we zitten. Veiligheidsgordels vast.
En dan die stem:
“Sayyidati, marhba bikoum f tayara… lmasar dyalna lyoum howa Tetouan.”
Dan voel ik het. In m’n buik. In m’n hart. Dan zijn we onderweg.
En terwijl ik hier nog lijstjes maak, koffers openvouw, zonnecrème ruik, markers verslijt, denk ik aan vroeger. Hoe mijn ouders het deden.
Zonder markers. Zonder kleurtjes.
Maar alles klopte.
Wij kinderen merkten niets.
We stapten gewoon in.
Met tassen vol lekkers en vertrouwen.
Mijn vader achter het stuur.
Mijn moeder met haar stille voorbereiding. Alles zat in haar hoofd, in haar handen, in haar helder aanvoelen van wat nodig was.
En nu ben ik het.
Met lijstjes. Met markers. Met qahwa.
Misschien moderner.
Maar in wezen: haar dochter.
Met dezelfde wens.
Dat mijn kinderen mogen voelen wat ik toen voelde.
Zorgeloosheid. Geborgenheid.
De magie van onderweg zijn — zonder zorgen.
En ondertussen pak ik verder.
De koffers. De lijstjes.
De geur van zonnecrème en k3b lghzal.
Een streep door een vakje.
Een slok qahwa.
Ik ben nog hier.
Maar eigenlijk…
ben ik al bijna thuis.
In mijn eigen, zachte, heldere huis.
En jij, sahabti?
Hoe pak jij in voor een reis die meer is dan koffers vullen?